Het Edelhert, sommige bijna zo groot als een klein paard wat een edel dier is of.. ok dan.. pony, het Edelhert is dan ook het grooste inheemse landzoogdier in het wild levend in Nederland.
Edelherten komen niet in heel Nederland in het wild voor, slechts alleen op de Veluwe en in de Oostvaarders Plassen. Inmiddels lopen er ook een aantal in de Weerter bossen. In alle gevallen zijn het evengoed alsnog gecontroleerde omgevingen en wordt door de gebiedsbeheerders bepaald hoe veel herten er mogen lopen en tot waar ze mogen komen. Dus "in het wild" is dan ook een relatief begrip. Maar ja, wat is er niet gecontroleerd in ons kleine kikkerlandje. Er is nu eenmaal weinig ruimte in Nederland, dus moeten we de ruimte die er is optimaal benutten. Het is dan ook haast onvermijdelijk dat ook ons wild alsnog beheerd word, en dus eigenlijk geen echt wild meer is. Door dit wildbeheer nogal dwingend uit te voeren wil men voorkomen dat de Nederlandse Edelherten zich vermengen met ondesoorten waardoor de soort mogelijk zijn zuiverheid dreigt te verliezen. Alhoewel je je kunt afvragen hoe zuiver de soort nog is en wat je moet doen om het zo te houden. Aangezien ook "onze" Nederlandse herten eigenlijk al afstammelingen zijn van herten die elders in Europa rondliepen.. zoals Schotland.
Ooit waren er in Nederland amper nog Edelherten te vinden, puur veroorzaakt door overbejaging en verschraling van hun habitat door onnozel landschapsbeheer. Natuurlijk eeuwig sonde en eigenlijk te gek voor woorden dat door een aantal mensen die zeer onverstandig omgingen met iets wat zij vertaalden als "wildbeheer". Gelukkig zijn er een aantal wijzen opgestaan die tenauwernood een stokje hebben gestoken tot totale uitroeiing van het Edelhert in ons land. Inmiddels heeft men zelfs diep in de buidel getast om de gebieden waar de Edelherten leven en andere dieren overigens, met elkaar te verbinden, dit om de inteelt tegen te gaan. Je zou denken, geweldig idee en alle lof voor de beheerders. Nu kunnen de dieren via een aantal ecoducten de Nederlandse snelwegen passseren en hun intrek nemen in gebieden buiten hun relatief kleine stukje op de Veluwe. Ik zeg Veluwe omdat de toegang van en naar de Oostvaarders Plassen nog steeds is afgesloten, de mogelijkheid voor de dieren aldaar is afgeblazen wegens geld wat elders besteed is.
Enfin, vanaf de Veluwe kunnen de dieren in ieder geval op vakantie naar ander oorden.. Alhoewel.. zodra zij met hun neus over zo'n daarvoor bedoelt prachtig ecoduct de provincie Utrecht betreden worden zij resoluut verwelkomt door een geweerkogel! Namelijk utrecht hanteerd iets wat zij noemen een "nulstandbeleid". Dit houd in dat zodra een Edelhert een ecoduct gebruikt waarvoor het bedoelt is en de stoute hoeven aantrekt.. dat het dit avontuur met de dood moet bekopen. Tja, je kunt je afvragen of al die miljoenen die dit soort ecoducten kosten wel juist besteed zijn en men in Utrecht niet eerst even had moeten nadenken of dergelijke uitgaven wel op haar plaats zouden zijn. Alvorens het zuur verdiende belastinggeld van de burger uit te geven aan dergelijke projecten.
Welnu, genoeg over politiek.. Het gaat uiteindelijk om de pracht en praal van ons Edelhert! Want prachtig zijn ze! Zeer indrukwekkend is het om in vol ornaat een Edelhert in de bronst te zien en vooral ook te horen burlen. Wanneer je dat beleeft zie je pas duidelijk hoe groot en machtig deze dieren eigenlijk zijn. Een heus oergevoel roept het op. Als je op zo'n 60 tot 80 meter een edelhert ziet staan vol in de bronst, dan zie je pas goed hoe groot zo'n dier eigenlijk is. Zodra deze rechtop met zijn borst vooruit begint te burlen, dan... dan... inderdaad.. wordt je daar vol onder de indruk echt even stil van..
De dieren op park Hoge Veluwe komen eerder in de bronst dan de dieren in de Oostvaarders Plassen. Op de Hoge Veluwe zo rond tweede helft september tot half oktober, op de Oostvaarders Plassen een maand later. Er zijn meerdere theorieen over de oorzaak hiervan. Sommiggen beweren dat het komt doodat de dieren op de Hoge Veluwe beter doorvoed zijn door onder andere bij-voeren. Anderen denken dat het komt doordat de dieren van de Hoge Veluwe in een ver verleden mogelijk hun oorsprong zouden vinden in Oost Europa, alhoewel hier geen zekerheid over schijnt te bestaan. Dan lopen er in de Oostvaarders Plassen dieren die oorspronkelijk in tussen de Schotse burchten liepen, aldaar heerst zoals natuurlijk duidelijk en ander klimaat dan bij ons. En tevens is daar veel meer open ruimte. De open ruimte waarin de dieren in Schotland leefden is ook meer gelijkend hoe de dieren ooit hier in Nederland leefden. Ooit was er een tijd dat in Nederland de herten echt vrij leefden, indertijd waren zij bij daglicht te vinden in open veld, moeras en in bijvoorbeeld de natuurlijke uiterwaarden, het waren toen "dag-dieren". Tegenwoordig door toedoen van de mens zijn de dieren noodzakelijkerwijs omgeschakelt naar het nachtleven en leven zij veelal teruggetrokken in de bossen. 's Avonds tegen de schemer komen zij voorzichtig tevoorschijn aan de rand van de bossen om op een akker te genieten van wat groen sappig gras.
De bossen waarin zij nu leven geven een veilige beschutting, echter werkt tevens zeer beperkend in hun natuurlijke omgang met elkaar ten aanzien van hun gewei. Dit gewei wat in uitzonderlijke gevallen zelfs een gewicht van wel 10 kilo kan behalen heeft ruimte nodig en die is er maar beperkt in de dichte bossen, dit werkt zeer belemmerend in de machtsstrijd tijdens de bronst. In voorbereiding van de bronst verhard het gewei van het Edelhert tweede helft van juli en laat de fluweelzachte huid er van los. Het hert helpt hierbij een handje door met zijn gewei langs takken van bomen te schuren. Het hert peuzelt de huid vaak zelf trouwens weer op, dus de kans dat je het ziet hangen is niet heel groot. In maart/april verliezen de herten hun imposante gewei. Na dit verlies begint al direct de groei van een nieuw exemplaar, deze is al weer volgroeid eind juli. Voordat het zo ver is is het gewei doorbloed van fluweelachtige huid voorzien, ik heb ooit de kans gekregen het te mogen voelen (bij een min of meer tam hert), hoe bizar, het voelt heel zacht, maar ook warm! Hoe gezonder het hert, de groter het gewei, maar niet alleen zijn gezondheid speelt een rol, ook voldoende en goede voeding zijn belangrijk voor de jaarlijkse groei van het gewei.
Ook de hindes produceren tijdens de bronstperiode een extra geur waar de heren op hun beurt weer reageren. Daardoor besnuffelen zij de hindes dan ook rondom om te achterhalen of zij geslachtsrijp en veel belangrijker, of zij paringsrijp zijn. De hindes laten zich verder leiden door de leidhinde, zij bepaald waar hun pad heen leid. Tijdens de bronst probeerd het mannelijke hert ze bij elkaar te drijven en te houden. Zodra er een concurrent in beeld verschijnt word eerst geprobeerd door een geweldloze machtsstrijd uit te vinden wie de grootste en sterkste is, door bij elkaar te lopen. Komen ze er op deze manier niet uit ontstaat er een harde strijd waarin zij briesend elkaar te lijf gaan. Met hun kop diep gebogen en hun gewei naar voren gericht vliegen zij elkaar aan, niet zelden verwonden zij elkaar met een van de enden van hun gewei. Soms zelfs zodanig dat een hert forse diepe wonden oploopt in een van zijn flanken en hierdoor gewond afdruipt, maar soms zelfs het loodje legt omdat hij te veel verzwakt. Overigens verzwakken zij tijdens de bronst sowieso al flink, tot wel 30% gewichtsverlies treed dan op. De herten staan zo boordevol van hormomen dat zij zich niet de rust en tijd gunnen om te eten, slechts heen en weer paraderen, burlen, rollen door de natte poelen, zichzelf onder zeikend en briesend ten strijde is wat ze doen in deze periode.
Juist daarom is het ook belangrijk dat de herten goede voeding hebben voordat de bronst losbarst. Edelherten eten bijna alles wat los en vast zit van wat de vegetatie in een bos te bieden heeft, zelfs boomschors staat op het menu. Niet omdat er niets anders is, hetgeen ze willen eten hangt meer af van wat er zo rondom te verkrijgen is voor ze, afhankelijk daarvan kiezen ze hun menu om de zuurgraad in hun maag in balans te houden.
Nadat de paringen in de bronstperiode hebben plaatsgevonden komen de jongen rond mei/juni ter wereld. De moeders trekken zich tijdelijk terug van de groep om na een dag of tien weer aan te sluiten samen met hun jong. Gedurende de afgezonderde periode laat de moeder haar jong alleen achter om niet de aandacht van andere dieren te trekken. Onderwijl zij elders graast tbv melkproductie ligt het jong platgedrukt op de grond. Het is zaak dat je zo'n jong dan ook gewoon met rust laat wanneer je dat aantreft. Neen, het is niet verlaten door haar moeder, het wacht tot moeders terugkeerd. Een hinde is na een a twee jaar geslachtsrijp, een bok na een a drie jaar. Vervolgens begint het hele verhaal van voren af aan... en.. ze leefden nog lang en gelukkig..