De Europese IJsvogel, zoals de IJsvogel heet die als enige IJsvogel in Nederland voorkomt is zoals wij allen vinden natuurlijk een prachtig vogeltje. Je zou haast zeggen, on-Nederlands.. maar niets is minder waar. Het vogeltje leeft en woont al honderden jaren in Nederland.
Over IJsvogels valt natuurlijk van alles te vertellen, ware het niet dat zo velen dat ook al deden. Het is natuurlijk een zeer intrigerend beestje en daarom ook veelvuldig bestudeerd.
Ooit stond het vogeltje in Nederland te boek als bedreigde diersoort.. wegens een aantal zachte winters zonder lange en/of strenge vorstperiode en wat hulp met huisvesting, lees: broedplaatsen in wanden, is het vogeltje weer wat hersteld.. niet dat we nu hele zwermen tegemoet zien, maar ipv circa 100 broedparen waren er rond 2015 rond de 1000 broedparen, en dat in heel Nederland, met uitzondering het hoge noorden en lage zuidelijke kustgebied.
IJsvogels in Nederland maken meestal twee legsels per jaar, bij uitzondering drie maar regel is twee. Het broeden wordt door mama ijsvogel uitgevoerd. Zij vangt aan zodra zij van haar nieuwe man de aangeboden bruidschat heeft geaccepteerd.
Deze bestaat uit een vers gevangen visje wat wordt aangeboden door het mannetje op een tak waar zij samen zitten. Met dit visje als cadeautje tracht hij haar het hof te maken, wanneer zij het visje aanneemt accepteerd ze daarmee zijn aanzoek en hebben ze verkering.. en volgt direct daarop de paring. Dit deel van het ritueel wordt voorafgegaan een een voorspel tussen het aanstaande paar wat meer bestaat uit vliegbewegingen en baltsgedrag op een tak. Na de eerste paring die volgde op het aannemen van het visje volgen gedurende ongeveer een week meerdere paringen, alleen dan zonder alle andere rituelen.
Vanaf dat moment gaan zij als paar door het leven. Het mannetje maakte vooraf al een nestgang, of renoveerde een reeds bestaande nestgang, door steeds in en uit deze te vliegen geeft hij aan dat hij deze in gebruik wil nemen. Het holletje aan het eind van de nestgang van maximaal 1 meter lengte, in een stijle oeverwal gelegen wordt aan kant gemaakt door de anstaande moeder. Eenmaal de boel netjes, vlijt zij neer op haar legsel. Na ongeveer twintig dagen met 2 plus/min qua marge komen de eitjes uit. Gedurende de periode van het broeden komt het mannetje het vrouwtje van visjes voorzien. Zodra de jongen ter wereld zijn worden zij door beide ouders verzorgt en van voedsel voorzien. Aanvankelijk met kleine insecten en kleine visjes, maar al snel worden de visjes groter. Met een plus/min van 2 dagen worden de jongen 25 dagen verzorgt.
Je kunt zien aan hoe een ijsvogel een visje vasthoud voor wie dit is bestemd. Steekt de kop van het visje naar voren is het bedoeld voor een jong, deze kan het visje dan relatief eenvoudig naar binnen werken doordat de stand van de schubben hier op is afgestemd. Dan nog een dag of 3-4 buiten het nest en krijgen zij training hoe zij visjes moeten vangen. Tijdens deze korte periode zijn de ouders veelal al bezig met het stichten van een nieuw gezin. Ze maken dan ook ietwat haast om de jongen zo snel mogelijk zelfstandig te krijgen, ze doen maar een paar maal voor hoe zij een visje moeten vangen, daarna moeten ze het zelf kunnen.
De meeste Nederlandse IJsvogelstjes trekken 's winters niet weg. En, ze leven van kleine visjes die ze vangen, meestal loerend vanaf een vaste tak die ze daarvoor gebruiken. Dat gaat goed zo lang het niet hard vriest. Zodra vorst intreed trekken zij naar open wakken, zoals ook veel andere dieren doen. Wanneer deze ook dicht vriezen kunnen ze niet al te lang overleven. Strenge winters zijn dan ook altijd een zware aanslag op de ijsvogels in Nederland.
Los van alle wetenschap omtrent dit prachtige vogeltje is het simpelweg een sensatie ze van dichtbij te aanschouwen. En helemaal als je er een voor je lens krijgt op acceptable afstand. Zelf werd ik er altijd erg blij van wanneer mij dit overkwam. Soms is het gewoon een kwestie van op de juiste locatie waarvan je weet dat een ijsvogel zich ook wel thuis zal voelen goed om je heen te kijken en te observern. Zie je niets, is het ook zaak goed te luisteren, niet zelden hoor je hem of haar eerst met een hoge schrille fluit zichzelf aankondigen, waarop je ineens de beroemde blauwe flits voorbij ziet snellen.